Inzameling van afgewerkte olie en vet
Afgewerkte hydraulische olie en vet moet als gevaarlijk afval worden behandeld, ook als het om een milieuvriendelijkere variant gaat. De milieuvriendelijke basisolie kan additieven bevatten die schadelijk zijn voor het milieu. Bovendien kan de olie door het gebruik verontreinigd zijn geraakt met bijvoorbeeld metaaldeeltjes. Als afgewerkte olie niet goed wordt verwijderd, ontstaan risico’s voor bodem, water en lucht. De inzameling en onschadelijke verwijdering moeten daarom gewaarborgd zijn. Daartoe moet de afgewerkte olie worden afgegeven aan een inzamelaar die daarvoor een vergunning heeft van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen.
In Europese Green Public Procurement documenten (voor transport) wordt onder meer aanbevolen gebruikte olie gescheiden in te zamelen en te verwerken. In clausules van leasecontracten voor. onderhoud van personenauto’s, en van overeenkomsten met openbaar vervoer en afvalophaaldiensten (en andere zware voertuigen) zou als aanvullende eis opgenomen kunnen worden dat bij onderhoud minimaal 25% geraffineerde basisolie wordt gebruikt. Relevante milieuaspecten en geclaimde energie- en duurzaamheidswinst zouden daarvoor in een levenscyclusanalyse (LCA) nader bestudeerd dienen te worden. Voor een systeem waarin op grote schaal gebruik wordt gemaakt van gere-raffineerde (motor)olie moet gescheiden inzameling en management van de gebruikte smeermiddelen via geautoriseerde afvalinzamelpunten (garages, tank- en bunkerstations etc.) gegarandeerd kunnen worden.
Inzameling van afvalstoffen binnenvaart
De Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB) houdt statistieken bij van de bij milieuboten en servicekades ingezamelde fracties. Een overzicht van de trends in de ingezamelde oliehoudende fracties sinds 2001 wordt gegeven in onderstaande tabel SAB, 2008); de grafiek geeft de trend ten opzichte van 2001 grafisch weer. De ingezamelde hoeveelheid schroefasvet en olievervuild water/olie daalt sinds 2002. Voor de sprong in de afname van de hoeveelheid bilgewater tussen 2002 en 2003 is als een van de belangrijke verklarende factoren de vlucht naar het buitenland als gevolg van de invoering van de eigen bijdrage genoemd. De stijging van het ingezamelde schroefasvet tussen 2001 en 2003 zou het gevolg zijn van een betere scheiding van de afgewerkte smeervetten (Jan Stap, 2005).
Ingezamelde (oliehoudende) fracties bij milieuboten en servicekades (in kg/jaar)
|
2002
|
2003
|
2004
|
2005
|
2006
|
2007
|
2008
|
2009 |
Aantal
afgiftes |
16.410
|
12.942
|
12.384
|
12.184
|
11.814
|
11.406
|
12.292
|
12.508 |
Vet
(o.a. schroefas) |
153.592
|
138.519
|
139.170
|
115.567
|
108.164
|
106.690
|
120.467
|
106.690 |
Olievervuild
water/olie |
46.627.000
|
26.703.000
|
21.198.000
|
21.839.000
|
20.127.000
|
20.817.000
|
20.971.000
|
19.222.000 |
Oliehoudend
vast afval |
375.661
|
407.508
|
443.407
|
321.256
|
324.478
|
336.079
|
377.695
|
336.079 |
Oliehoudende
emballage |
77.339
|
76.580
|
85.866
|
77.600
|
83.944
|
75.738
|
89.722
|
75.738 |
Ingezamelde (oliehoudende) fracties bij milieuboten en servicekades (2001=100%)